
Handschrift onderzoek
Sinds enkele maanden ontving de heer V. handgeschreven brieven en kaarten met hatelijke en bedreigende teksten. Door bepaalde terugkerende woorden vermoedde hij dat de brieven en kaarten afkomstig waren van een oud-collega van hem. Deze vrouw stuurde met enige regelmaat e-mails waarin zij liet blijken nogal op hem gesteld te zijn maar dit was niet wederzijds.
Nadat de situatie in eerste instantie opgelost leek kwamen plotseling op het woonadres van V. de vreemde brieven binnen. Omdat V. geen bewijs had maar wel een sterk vermoeden wie er achter de bedreigende brieven zat richtte hij zich tot het NFO met het verzoek een onderzoek in te stellen.
Om handschriftonderzoek te kunnen doen is referentiemateriaal nodig ter vergelijking. Dhr. V. kon zich herinneren dat in de kantine van het bedrijf waar hij -en voorheen de vrouw ook- werkt een ansichtkaart hing, afkomstig van de vrouw in kwestie. Tevens kon een leidinggevende handgeschreven aantekeningen van de vrouw aanleveren. Al het materiaal werd door de deskundige van het NFO geanalyseerd en vergeleken. Bij dergelijke onderzoeken wordt onder meer gekeken naar de bewegingsrichting, bewegingssnelheid, schrijfdynamiek, variatiebreedte en de hellingshoek. Daarnaast wordt gekeken naar de schrijfstijl en spel- en taalfouten. Op grond van zijn bevindingen concludeerde de handschriftdeskundige dat zowel de ansichtkaart en de notities als de hatelijke brieven door één en dezelfde persoon geschreven waren.
Hierop werd besloten tevens een tactisch onderzoek door de voor het NFO werkzame rechercheurs te laten verrichten waarna de vrouw op enig moment geconfronteerd kon worden met het verzamelde bewijsmateriaal. Zij gaf daarna toe inderdaad verantwoordelijk te zijn geweest voor het versturen van de brieven en kaarten.