
Documentvervalsing
Dhr. P. deed een beroep op het NFO omdat zijn voormalige compagnon hem wilde houden aan een afspraak die P. naar eigen zeggen nooit gemaakt heeft met de voormalig partner. In een contract zou zijn bedongen dat deze partner bij het terugtrekken uit het partnerschap aandelen mee zou krijgen maar volgens dhr. P. is daar geen sprake van. Zijn voormalig zakenpartner beschikte echter naar eigen zeggen over een contract, voorzien van de handtekeningen van zowel hemzelf als van P. en stelde dat P. met opzet zijn eigen exemplaar was kwijtgeraakt.
Een kopie van het ter beschikking gestelde contract is vervolgens aan een onderzoek onderworpen door de handschriftdeskundige van het NFO. Aan de hand van enkele andere documenten met handtekeningen die dienden als referentiemateriaal concludeerde de handtekeningdeskundige dat de handtekening op het door P. betwiste document voor 100% matchte met een eerder geplaatste handtekening op een ander document. Aangezien een handtekening nooit op exact dezelfde wijze nogmaals kan worden geproduceerd kon worden aangetoond dat dat sprake was van documentvervalsing
Het verhaal van de voormalig compagnon hield dan ook geen stand en naast het doen van aangifte bij de politie begon dhr. P. een civiele procedure tegen hem om de gemaakte onkosten op hem te verhalen.