
DNA onderzoek
Dhr. S. ontving sinds een aantal weken enveloppen met beledigende en bedreigende teksten. De teksten waren opgesteld uit kranten- en tijdschriftberichten. S. had geen idee wie ervoor verantwoordelijk was maar wilde daar graag achter komen. Hierop benaderde hij het NFO met het verzoek om een onderzoek in te stellen.
Alle enveloppen werden onderworpen aan een uitvoerig en deskundig onderzoek dat zich richtte op het vinden van sporen die waren achtergelaten door de afzender. Op vier enveloppen troffen de deskundigen sporen aan. Het ging om een wimperhaartje, een gedeeltelijke vingerafdruk en minuscule speekseldeeltjes. Omdat de ervaring reeds had geleerd dat dergelijke brieven met enige regelmaat afkomstig zijn van een familielid werd S. gevraagd DNA af te staan zodat dit vergeleken kon worden met het aangetroffen DNA.
Het bleek dat de aangetroffen sporen afkomstig waren van dezelfde donor en dat het bovendien deels overeen kwam met het DNA van dhr S. zelf. Uit de analyse bleek tevens dat het ging om DNA uit de mannelijke familielijn. Naast het onderzoek door de forensisch deskundigen verrichtte de recherchetak van het NFO tevens een tactisch onderzoek. Dit wees vervolgens uit dat een kleinzoon van de heer S. de afzender was van de brieven.